Ongekende karper springfestijnen hebben we door de (vroegere) jaren heen mogen aanschouwen op het TK.
Het springen van de karper heb ik voor mijzelf altijd in 3 categorien opgedeeld zonder de enkeling die zich
meestal wel her en der even aan de oppervlakte liet zien.
TK2:
-1: Een school(tje) trekkende en springende karper. (meestal op 3/4 tot aan het kantje)
-2: Een groep karper die stabiel op een bepaalde plaats sprong. (meestal 3/4 tot aan het kantje)
-3: Springende karper rondom met absolute gekkigheid in de kop zover het oog reikte.(bijkans op elke m²)
Even in het kort.
In het eerste geval (verplaatsen naar andere gronden en onderweg lekker volvreten) was het gewoon afwachten
tot ze over de stek trokken en dan was het gewoon vangen.
Op het moment dat ik ze aan zag komen voerde ik alvast 3/4 verspreid van wat ik bij me had om de karper,
voor zover mogelijk, even wat langer op de stek te houden en er zoveel mogelijk proberen te schaken. Waren
ze voorbij, dan was ik voor die dag ook meteen klaar met het vissen. Een flink aantal op de mat en de volgende
dag weer verder vissen als gewoonlijk. Er was in die tijd genoeg karper om een nomadische groepje vrienden
niet te hoeven volgen om te blijven vangen op een bepaald stuk kanaal zoals dat bij de magere bezetting van tegenwoordig haast wel noodzakelijk is.. Kanaal was goed bezet dus de pret ging gewoon door.
Bij het tweede geval moest je geluk hebben dat de karper bij jou in de buurt ging springen dan was het vaak
ook wel een karper schaken maar evengoed kon het met een redelijke portie voer op de stek ook geen enkele
beet teweeg brengen.
En het laatste geval was schitterend om te zien en gebeurde regelmatig maar het minst vaak. Een genot was het
gewoon maar je wist dat de vangsten die dag zouden tegenvallen. Dan was het geheid de dag daarop extra feest!
Voor diegenen die dit nooit hebben mogen aanschouwen en er bij punt 3 even een beeld bij willen hebben; Ik denk
dat je destijds op een middagje springende karper spotten ongeveer dat aantal karpers boven de wateroppervlakte
zag dan wat er zich tegenwoordig nog op het hele TK2 verscholen onder de wateroppervlakte bevind. Die zag je
dan gewoon, ik denk op dat moment van vreugde, springen zover het oog reikte. Deze laatste vorm van springen
toont volgens mij ook aan dat de karper niet zoals onze hypotetische gedachtengangen zijn omdat ze zonodig of parasieten moeten kwijtraken, of willen gaan trekken, of gaan vreten omdat ze met zijn allen plots allemaal voer
hebben ontdekt etc.