In twee meren heeft men het verplaatsingsgedrag en patroon van 20 gezenderde karpers nader
onderzocht.
Naar schatting was het bestand in beide met elkaar verbonden meren opgebouwd uit meer
dan 100 karpers/ha (lengte tot 80 cm, gemiddeld gewicht 4,6 kg/st). Twintig karpers werden
voorzien van een zender en circa 1,5 jaar gevolgd met een draagbare, mobiele hydrofoon. De
data werden gegroepeerd en geanalyseerd naar verspreiding van de karper per maand en per
dagdeel: ochtend-schemering-dag-avondschemering-nacht.
De individuele variatie bleek groot: van tamelijk honkvaste karpers tot uitgesproken zwervers die
zich meer dan 5 km/dag verplaatsten. In mei, juni en augustus was vooral ondiep water/oeverzone
in trek, in juli en in de wintermaanden het diepere water. Vooral in de maand mei bleken de karpers
zich in de ochtenden dichtbij de oevers te bevinden, in ochtenden in september het minst. Voor de
middagen waren dit de maanden augustus (dichtbij oever) resp. november ( verst verwijderd). De
gemiddelde verplaatsing was 134 meter/uur met een range van 41 -242 meter/uur. In oktober bleek
de karper het meest reislustig met een gemiddelde van 166 meter/uur. De karpers waren het meest
actief in de avondschemering, in de ochtendschemering het minst. Dit gold voor alle maanden
Bron: SVN
Om het volledig te maken heb ik het originele artikel er even bij opgezocht:
Seasonal Movements and Spatial Distributions of Common Carp